Zowel particulieren als ondernemers kunnen er mee geconfronteerd worden dat zij van iemand geld tegoed hebben, maar niet betaald krijgen. Wel geld geleend of spullen geleverd op leverancierskrediet, maar de debiteur houdt zich niet aan de gemaakte betalingsafspraken.

Incassobureaus en deurwaarders maken ook niet altijd indruk op wanbetalers. Bovendien bent u daar als cliënt meestal niet meer dan een van de vele anonieme dossiernummers en laten in sommige gevallen de juridische vaardigheden het wel eens afweten. Zeker in de meer ingewikkelde gevallen. Immers; niet iedere geldvordering of handelsincasso is een uitgemaakte zaak.

Wat een eenvoudige invorderingszaak lijkt, kan wel eens stuiten op hele creatieve en lastig te pareren verweren van de debiteur. Evenzo wanneer u door iemand wordt aangesproken tot betaling van een geldsom, terwijl daar misschien best wel het nodige tegen in te brengen is. Inhoudelijke juridische know-how aan uw zijde is dan toch wel van belang. Het inschakelen van een advocaat is dan doorgaans een verstandige beslissing, die niet per definitie duurder voor u hoeft uit te pakken dan het inhuren van een deurwaarder of incassobureau.

Niet in de laatste plaats omdat ook incassobureaus en deurwaarders voor vorderingen boven € 25.000,00 of ‘van onbepaalde waarde’ uiteindelijk een advocaat zullen moeten inschakelen wanneer de betaling van uw vordering via een gerechtelijke veroordeling moet worden afgedwongen. De Wet schrijft namelijk voor dat dergelijke vorderingen bij de ‘Sector civiel’ van de rechtbank moeten worden aangebracht en daarbij geldt wettelijk verplichte procesvertegenwoordiging door een advocaat.

Waarom dan niet zelf een advocaat inschakelen. Eén die u zelf uitkiest, met wie u zelf rechtstreeks en persoonlijk contact onderhoudt. Een advocaat die wèl weet wie u bent en die u wel meteen kan vertellen hoe de vork in de steel zit. En die samen met u de strategie bepaalt....

Voor het honorarium (exclusief BTW) in incassozaken waarin wordt opgetreden voor de schuldeisers wordt zoveel mogelijk aansluiting genomen bij de tarieven die de rechtbanken hanteren bij de vaststelling van de kostenvergoedingen. Voor de ‘buitengerechtelijke’ werkzaamheden staat een forfaitair tarief dat afhankelijk is van de hoogte van de vorderingen.


 
Ook voor de werkzaamheden die zijn verbonden aan het voeren van de gerechtelijke procedures staat ook een (sterk gedateerd) forfaitair bedrag dat ‘liquidatietarief’ wordt genoemd. Dat laatste is evenwel doorgaans te mager om de daadwerkelijk verrichte werkzaamheden te dekken in het geval de debiteur verweer gaat voeren en de procedure ‘op tegenspraak’ wordt gevoerd. In dergelijke gevallen waarin het geen ‘simpele incasso’ is maar een inhoudelijk handelsgeschil, wordt een uurtarief gehanteerd dat wel mede afhankelijk zal zijn van de hoogte van de vordering. Een lagere vordering wordt tegen een lager tarief behandeld. De cliënt die zich als schuldenaar meent op goede gronden te kunnen verweren, wordt eveneens op basis van een uurtarief bijgestaan.

Naast het honorarium voor de werkzaamheden zullen zogeheten verschotten in rekening worden gebracht, zoals de kosten voor het door de deurwaarder doen uitbrengen van de dagvaardingen en exploiten van betekening, bevel en excecutiehandelingen, uittreksels uit de openbare registers (zoals Handelsregister en / of Bevolkingsregisters) alsmede griffierechten (de kosten die aan de rechtbank moeten worden betaald om de zaak in behandeling te doen nemen).

De cliënt moet er van uitgaan dat een voorschot of ‘depôt’ moet worden gestort voor de te verrichten werkzaamheden en te maken kosten, alvorens werkzaamheden worden ter hand genomen. Geen no cure no pay. De werkzaamheden en verschotten zullen altijd in rekening worden gebracht, ook indien de rechtbank om welke reden dan ook niet alle gevorderde kostenvergoedingen toewijst (de rechtbanken hebben dienaangaande nog geen landelijk uniform beleid) alsook wanneer de vordering om welke reden dan ook algeheel wordt afgewezen (indien voor de schuldeiser wordt opgetreden) of wordt toegewezen (indien voor de schuldenaar wordt opgetreden).

De partij die in het ongelijk wordt gesteld, verkrijgt doorgaans een proceskosten- veroordeling ten laste van de verliezende partij waarmee een deel van de kosten te dekken is, maar volledig kostendekkend is dat doorgaans niet. Het zogeheten ‘incassorisico’ berust bij de cliënt/opdrachtgever; eventueel uiteindelijke onverhaalbaarheid van de vordering staat niet in de weg aan aanspraken op betaling van honorarium en betaling van verschotten.

designed and developed by i-tee media solutions